Verslaafd ...

Mijn naam is Linda en ik ben verslaafd. Denkverslaafd.

Ik ben altijd al een denker geweest en allesbehalve een prater. Toen ik klein was, legde mijn moeder soms mijn zus het zwijgen op – die wel urenlang kon praten zonder enig probleem – om eens te polsen naar hoe het ging met mij of waar ik mee bezig was. Verder dan ‘alles goed’ kwam ik niet want ik had geen idee hoe ik die eindeloze gedachtestroom in woorden kon vatten, en vooral: waarom ik dat zou doen. Ik hield van denken, ik creëerde een veilige wereld in mijn hoofd voor mezelf die ik helemaal naar mijn hand kon zetten. Maar ik begreep niet waarom ik die wereld zou moeten delen met iemand anders, en nog minder hoe. Mijn binnenwereld werd een fort, met diepe slotgrachten errond en hongerige krokodillen erin. Ik voelde me beschut. In mijn hoofd beleefde ik een hele wereld.

Met het ouder worden, nam het denken enkel toe. Ik was ervan overtuigd dat denken de oplossing was voor elk probleem. Als je maar lang en hard genoeg over een probleem nadacht, vond je de oplossing. En dat bleek ook veel het geval. Door immens veel informatie op te nemen (boeken, en nadien ook internet) en dan eindeloos na te denken om die informatie te verwerken, kwam ik tot veel antwoorden. Zodat ik steeds overmoedig verkondigde: er zijn geen problemen, alleen maar oplossingen!

Al werd ik regelmatig ook geconfronteerd met de limieten. Zoals de tropenjaren met zoonlief waarin hij nauwelijks sliep en bijna constant ziek was. Of een uiteenvallende relatie omdat één plus één toch niet altijd twee blijkt te zijn. Of het jaar poezenhel met Fanta en Sprite. Daaruit leerde ik dat je nog zoveel mag nadenken maar dat het gedrag van anderen en dieren buiten je controle valt. Je kan veel tactieken en strategieën uitproberen, maar of die effect hebben, heb niet jij maar enkel zij in de hand.

Maar waar het mezelf betrof, was mijn mening duidelijk: denken was goud waard. Dus toen ik mentaal vastliep, volgde ik hetzelfde pad: lezen en nadenken. En elke gedachte leidde tot een andere, en zo raakte ik steeds dieper en vaster verstrikt in ellenlange gedachtestromen. Ergens had ik de illusie dat er een eindpunt aan al dat denken zou zijn. Dat ik op een dag ‘uitgedacht’ zou zijn en tot een gigantische aha-erlebnis zou komen. Pas na lang en veel gepieker drong het stilaan door tot er geen ‘eindgedachte’ is waarna alles opgelost is. De oplossing lag niet bij het nog meer en dieper nadenken, maar bij het loslaten van die gedachten. Niet langer te blijven doorbomen, maar te aanvaarden dat het is wat het is.

En dat loslaten probeer ik nu te leren door meditatie. Jarenlang voelde ik een gigantische weerstand daartegen omdat het indruiste tegen mijn denkverslaving die me lange tijd een veilige haven toescheen. Ik had nog niet ingezien dat het net de bron van zoveel ellende was en niet de weg eruit. Voorlopig levert meditatie vooral gemengde ervaringen op: sommige momenten – helaas nog schaars en kortstondig - lijkt het goed te gaan, andere momenten – meestal dus - voel ik me een pop up-kraam van gedachten.

Eén van de meditatiecoaches vergeleek de geest met velcro: daar blijft van alles aankleven. Zodat ik nu soms met een brede glimlach op het meditatiekussen zit als ik weer eens inzie hoe zot mijn gedachtenmolen tekeer gaat en besef hoe de velcro van mijn geest nog volhangt met allerlei troep. En dan gaat het er vooral om niet op te gaan in die gedachten maar om ze los te laten en te laten wegdrijven. 

"Leave your front door and your back door open. Allow your thoughts to come and go. Just don't serve them tea." (Shunryu Suzuki)


Reacties

Populaire posts van deze blog

Er waren eens twee poezenellen ...

14 juni

Leren zwijgen ...