Tranen voor Afghanistan

Foto © Mikhail Galustov

Een 20-tal jaren geleden werkte ik met hart en ziel voor Artsen Zonder Grenzen, de organisatie die ik nog steeds een heel warm hart toedraag. De voorbije dagen denk ik volop terug aan die tijd want het nieuws uit Afghanistan – de onstuitbare opmars van de Taliban - brengt tal van herinneringen naar boven. 

In november 2001, kort nadat de Taliban verdreven waren uit Mazar-i-Sharif, ging ik het land in via Turkmenistan, samen met een handvol collega’s. Bedoeling was om zo snel mogelijk, zoveel mogelijk hulp het land in te krijgen, niet alleen broodnodige ondersteuning voor de lokale ziekenhuizen die al jaren met quasi geen middelen moesten blijven draaien, maar ook voor de vele vluchtelingenkampen (proper drinkwater, latrines …) want de winter stond voor de deur. Ik had wel al een aantal buitenlandse missies achter de rug, maar een land dat zo verscheurd was door jarenlange oorlog en terreur, was toch wel een onwezenlijke ervaring. Gelukkig had ik heel ervaren en wijze collega’s op wie ik steeds kon terugvallen. Niet alleen de expats maar ook de lokale staf bleken stuk voor stuk pareltjes die het beste van zichzelf gaven in moeilijke omstandigheden. 

Er is me veel bijgebleven van de maand die ik daar verbleef, maar de lokale bevolking maakte zonder enige twijfel de allerdiepste indruk. De chauffeur die plots bruusk remde en ons met tranen in de ogen aankeek. De tolk vertelde dat op de radio voor het eerst in vele jaren muziek en een vrouwenstem klonken – voor de chauffeur het bewijs dat het Talibanregime echt wel voorbij was. 

De armoede was hartverscheurend groot. Ik herinner me vooral dat er bijna geen kleur te zien was in het straatbeeld – stof en brokstukken domineerden alles -, de drommen haveloze mensen, de alomtegenwoordigheid van wapens … Afghanistan leek in niets op landen waar ik eerder kwam. De overtreffende trap van armoede was overal zichtbaar. De winter bleek bikkelhard. In een vluchtelingenkamp zag ik kinderen op blote voeten in de sneeuw. De vluchtelingen vertelden hoe ze ’s nachts zelfs hun ezel mee de tent innamen voor de lichaamswarmte zodat ze het toch iets minder koud zouden hebben ...  

En toch waren er soms ook lichtpuntjes in alle ellende. Een oudere man getuigde hoe hij een grote boerderij had buiten de stad waar hij jarenlang samen met zijn gezin stand hield, en de jaren van droogte en oorlog zelfs min of meer kon doorstaan. Door de Taliban sloegen steeds meer familieleden op de vlucht, en kwamen zo bij hem terecht. Totdat ze met teveel waren om nog te kunnen leven van wat zijn grond opbracht. Zodat hij samen met zijn hele familie naar de grote stad kwam. Geen haar op zijn hoofd dat eraan dacht om zijn familie de deur te wijzen zodat hij met zijn gezin toch nog kon overleven op zijn eigen grond. Ze waren naar hem gekomen voor steun en bescherming, tot zijn laatste snik zou hij zorgen voor zijn familie, voor hen allemaal. Toen ik hem vroeg wat hij hoopte voor de toekomst, kwam het antwoord meteen: onderwijs – dat was de sleutel naar een beter leven voor alle kinderen in Afghanistan, meisjes én jongens, en de enige manier om ooit uit de greep van extremisme en terrorisme te geraken. Hij droomde ervan om zijn land herop te bouwen, steen voor steen, en een toekomst te zien voor al zijn landgenoten.

Die man verpersoonlijkt voor mij ook vandaag nog wat een leider echt is, of toch zou moeten zijn: iemand die temidden zijn persoonlijke ellende nog steeds ijvert voor het algemene goed. Zelf niets meer bezitten, een barre winter doorstaan in een kale vluchtelingentent, maar toch vooral een betere wereld wensen voor zijn volk en vaderland.  

De kracht en het eergevoel van de Afghanen is me altijd bijgebleven. Maar ook hun zachtheid als ouders want uit alles bleek zoveel liefde voor hun kinderen. Als ik eraan denk dat de Taliban na twintig jaar weer de touwtjes in handen krijgen, breekt mijn hart. Voor alle meisjes en vrouwen die weer gedwongen worden tot onzichtbaarheid en onderwerping, maar ook voor de mannen zoals degenen die ik sprak, want het leven onder de Taliban is ook voor hen een hel. 

Wat staat hen te wachten? Hoe lang zullen de Taliban deze keer het land en de bevolking in hun wurggreep houden? De mensen zijn zo moe na een halve eeuw strijd en onzekerheid dus ik begrijp zo goed dat ze de kracht niet meer vinden om een vuist te maken tegen de Taliban. Murw geslagen moeten ze toekijken hoe hun land weer honderden jaren in de tijd wordt terug geslingerd ...



Reacties

Populaire posts van deze blog

Er waren eens twee poezenellen ...

14 juni

Leren zwijgen ...