Er waren eens twee poezenellen ...

Dit verhaal begint midden maart 2018. Een mamapoes op de dool besluit een nestje kittens te krijgen in een stalling achter een café. De alerte cafébaas merkt op 31 maart dat de mamapoes verdwenen lijkt en dat het nestje hulpeloos alleen is achtergebleven. Hij contacteert het asiel en ze besluiten nog even af te wachten, in de hoop dat de mama toch nog terugkeert. Op 1 april blijken 2 kittens de kille nacht niet overleefd te hebben dus het asiel grijpt in en brengt het overblijvende drietal onder bij een kattenpleeggezin. De kittens worden Fanta, Sprite en Icetea gedoopt, als knipoog naar hun geboorteplaats aan het café.

Een paar dagen zweven ze tussen leven en dood, terwijl ze moeten leren drinken van een flesje. Maar het blijken drie vechtertjes en ze overleven hun bikkelharde start. Ze blijken gelukkig beland in een heus kattenparadijs, waar ze dag na dag verder aansterken en uitgroeien tot speelse en sociale katjes. Na een paar weken mogen we als potentieel adoptiegezin op bezoek, om kennis te maken. De liefde is meteen groot.

En dan is het aftellen naar eind mei, als we twee van hen een warm mandje mogen bieden. Zoonlief gaat voor grijze Sprite. Dochterlief valt voor Fanta. Het leven met opgroeiende kittens is zoals verwacht immens boeiend, hilarisch en hartverwarmend. Ze spelen, stoeien en knuffelen voluit met elkaar en met ons. Ze groeien en bloeien maand na maand, en wij genieten voluit van hun gezelschap.

Niets wijst erop dat aan die huiselijke vrede en dat poezengeluk een bruusk einde zou komen.

Tot 14 juni 2019 - meer dan een jaar later … Die vrijdagochtend stappen we nietsvermoedend de deur uit na nog een snelle aai over de poezenbolletjes. Als zoonlief ’s middags thuis komt na zijn examen, zitten de katten op de trap. Fanta razend bovenaan, Sprite doodsbang in het midden. Verspreid over het huis poep, plas en kattenhaar. Sprite wordt even afgezonderd om hen de kans te geven tot rust te komen en af te koelen, maar na een uur blijkt Fanta nog altijd moordlustig. Zodat zij dan wordt afgezonderd. Een paar uren later worden ze weer herenigd maar blijkt de agressie nog steeds immens groot. Het gaat over heuse moordlust, dus het hen laten uitvechten, is absoluut geen optie. Ze worden daarom een weekend lang apart gehouden in de hoop dat de rust terugkeert. Steeds ze een glimp opvangen van elkaar, reageert Fanta razend op Sprite die totaal in paniek de kluts kwijt is.

En dan start een hele lijdensweg. De dierenarts sluit eerst een lichamelijke oorzaak voor de plotse agressie uit. Na onderzoek blijken ze allebei kerngezond. Ze krijgen medicatie (Zylkène) om tot rust te komen, en er komen verstuivers met feromonen in huis (Felliway Friends). Na een paar weken komt een kattengedragstherapeut langs voor observatie en advies. Fanta krijgt zwaardere medicatie (Anafranil: antidepressiva die ook voor mensen wordt gebruikt) en ze moeten tijdelijk absoluut gescheiden blijven. Nadien een stappenplan voor herintroductie. Maar zo ver geraken we nooit.

De ingrepen om hen gescheiden te houden, eentje boven en eentje beneden, betekenen het barricaderen en blinderen van de glazen benedendeuren en het plaatsen van een hekje bovenaan de trap. Maar het blijft moeizaam want het hekje blijft een makkelijk te overbruggen hindernis, dus regelmatig raakt de bovenkat toch beneden en als ze elkaar ruiken aan weerszijden van de benedendeuren, gaat Fanta compleet buiten zichzelf van woede. Door alle stress, krijgt ze ook nog een blaasontsteking.

Aanvankelijk worden ze om de drie à vier dagen van plaats gewisseld zodat ze om beurten buiten kunnen spelen (de benedenkat kan steeds buiten). Maar daardoor blijven ze elkaar ruiken, en die weerkerende stress zorgt ervoor dat ze beide in huis beginnen te plassen. Fanta blijkt intussen steeds meer ontregeld: ze reageert niet enkel meer buitensporig agressief op haar zus, maar op elk dier dat ze ziet. Omdat haar probleemgedrag steeds grotere vormen aanneemt, beslissen we om haar permanent boven te houden en Sprite beneden. Geen wissels dus meer. Sprite herleeft compleet en is meteen weer haar gelukkige en tevreden zelf. Haar plasprobleem stopt snel, Fanta blijkt een ander paar mouwen.

Stilaan brengen we al haar triggers in kaart, en het zijn er heel wat. Ze wordt overmatig geprikkeld door geuren, kleuren, lichten, geluiden … Ze kan een hele tijd OK zijn en dan plots is er weer een episode dat ze alle controle verliest en alles en iedereen aanvalt zodat we haar moeten opsluiten om tot rust te komen. Intussen nemen we steeds meer maatregelen om haar angst en stress te verhelpen:
  • kuisproduct met dennengeur irriteert haar dus wordt vervangen door een variant met een geur die ze beter verdraagt;
  • waar mogelijk voorzien we schuilplekken voor haar waar ze zich kan afzonderen als ze weer overprikkeld raakt;
  • stofzuiger wordt vervangen door een lichter model zodat ze minder bang is van het geluid;
  • als ze bang reageert op de reflecties in een venster, wordt de verduistering neergelaten;
Er komt een vaste schuifdeur om de hele bovenverdieping af te sluiten, zodat ze echt compleet afgezonderd is. Midden november wordt de deur geplaatst, een laatste wanhoopspoging om haar plasprobleem aan te pakken. De eerste weken erna escaleert de situatie nog meer zodat ik in hart en gedachten stilaan afscheid neem van haar, want blijkbaar is ze niet gelukkig bij ons. We moeten haar dus loslaten en een nieuwe thuis voor haar zoeken.

Intussen heb ik het tv-programma ‘My cat from hell’ op TLC ontdekt. Sommige situaties zijn enigszins herkenbaar. Vooral het verhaal van een kat met posttraumatische stressstoornis, doet een belletje rinkelen. Plots realiseer ik me dat Fanta niet agressief is, maar doodsbang en onzeker. Zodat ik haar met compleet andere ogen bekijk. De tips die daar gegeven worden, passen we ook toe bij haar: in het bijzonder speeltherapie. En heel geleidelijk aan verandert haar gedrag. Het feit dat ze enkel nog ons drietjes ziet boven, zorgt voor rust in haar kopje. Mijn woede tegenover haar voor het plassen, is volledig weg sinds ik besef dat ze vooral vreselijk bang en onzeker is en dat ze niet gewoon probeert ons leven te vergallen. Er wordt geen hard woord meer tegen haar gesproken, enkel eindeloos geduld en immense liefde getoond. En heel stilaan merken we het effect: we bouwen aan haar zelfvertrouwen door de therapie en het is duidelijk dat ze beter in haar vel zit. Haar lichaamshouding is weer meer ontspannen en niet meer zo verkrampt. Ze zoekt ook meer toenadering want s nachts komt ze bij ons: dan grijpt ze onze hand vast met haar vier pootjes en drukt ons stevig tegen zich aan. Ze heeft dat lichamelijk contact echt nodig om te kunnen ontspannen.

En zo vertoont ze nog eigenaardigheden: ze gaat enkel op haar kattenbak als er iemand bij haar is. Waarschijnlijk voelt ze zich veiliger zo op een moment dat ze normaal gezien weerloos en kwetsbaar is. We moeten dus alert zijn om regelmatig met haar naar de badkamer te gaan, zodat ze op haar kattenbak kan.

Intussen gebruikt ze een maand haar kattenbak zonder nog wild te plassen. Dus heel voorzichtig beginnen we te geloven dat het toch mogelijk is: een gelukkige binnenkat, mits de nodige ondersteuning en aandacht.

Wat de toekomst brengt, kan niemand zeggen. Houdt ze vol? Hopelijk … Wat is er die dag gebeurd? Dat zal niemand ooit te weten komen. Het enige dat we weten, is dat Fanta die dag doodsangsten heeft doorstaan, en dat ze haar zus associeert met dat trauma. Dat kan iets heel eenvoudig zijn geweest: achter ons huis staat een kleine windmolen die soms voor slagschaduw zorgt en dat kan heel bevreemdend zijn. Of misschien passeerde de kat van de buren langs het dakraam en is ze daarvan geschrokken. Of heeft er een hond op straat hard geblaft. Of is ze geschrokken van de luide deurbel. De reden kan heel banaal zijn, maar de gevolgen zijn voor het leven ...

Onderstaande beelden zijn dus hoogst waarschijnlijk voltooid verleden tijd, maar ook een nieuw hoofdstuk kan nog mooi zijn, hoe anders ook dan eerst gedacht ...






Reacties

Populaire posts van deze blog

14 juni

Leren zwijgen ...