Wat ik niet eerder deelde - deel 2

Intussen weten velen dat het Bollewerkje een bewoner minder telt. Voor sommigen kwam dat als een donderslag bij heldere hemel, voor anderen waren de signalen vooraf overduidelijk. Het moeilijkste was vooral dat zoveel de voorbije tijd onder de oppervlakte bleef als bewuste keuze om de jonge bewoners hier zoveel mogelijk te sparen. Want als we het doodvonnis van onze relatie uitspraken bij familie, vrienden ... zou er al eens iets over gezegd of gevraagd worden, en konden de kinderen iets opvangen. En ik wou hun zorgeloosheid niet ondermijnen: als ze het wisten, zouden ze elke stap en elk woord van ons beginnen analyseren. En zelf misschien hun woorden en daden wikken en wegen uit angst iemand van ons weg te drijven. Dat wou ik in geen geval. Vandaar de beslissing om te zwijgen. Maandenlang, en uiteindelijk zelfs een paar jaar.

Ik krijg dan ook veelal de vraag nu: waarom? En was het - achteraf gezien - ook de juiste keuze?

Mijn drijfveer was vooral de wetenschap dat ik niet gelukkig was in de relatie zoals ze was, maar dat mijn kinderen wel een zorgeloze kindertijd kenden. Ze hadden misschien geen rolmodel van een gezonde en volwassen liefdesrelatie, maar ze hadden wel een warme thuis met twee ouders die hen immens graag zagen. Een uitspraak over scheidingen van filosoof Alain de Botton was een belangrijke motivator hiervoor: “Besef dat de mogelijkheid bestaat dat je een vertrouwd gevoel van ongelukkig zijn inruilt voor een nieuwe, meer complexe vorm van ongelukkig zijn.” Want ik besefte dat uit elkaar gaan voor mij vast een opluchting zou betekenen, maar een groot verdriet voor mijn kinderen. En hun verdriet is altijd erger dan het mijne.

Maar ook al spreek je uit dat een relatie niet langer levensvatbaar is en kan je allebei leven met die gedachte, als je toch nog onder één dak blijft wonen, blijven de ergernissen (groeien). Je blijft dezelfde mensen en als er geen liefde of zelfs vriendschap meer is als bindmiddel, dan drijf je steeds verder uit elkaar. Tot op het punt dat je elkaar gewoon niet meer kan aankijken, laat staan nog iets kan vertellen op een normale manier.

Tot mijn grote spijt moest ik ondervinden dat je in het begin van een relatie het beste in elkaar naar boven haalt, en op het einde enkel nog het slechtste. Ik kreeg een gruwelijke hekel aan mezelf zoals ik geworden was thuis: permanent geïrriteerd en overspannen, cynisch, opgejaagd … Die situatie bleek dus niet langer houdbaar want ook de kinderen ontsnapten niet langer aan de oplopende spanningen. Ze hadden niet langer gewoon twee ouders die naast mekaar leefden, maar stilaan ook twee ouders die nog moeilijk door eenzelfde deur konden.

Toen ze het nieuws vernamen, waren ze dan ook totaal niet verbijsterd. Ze zijn niet dom, en al zeker niet blind. Maar wel verdrietig en teleurgesteld omdat het toch niet kon blijven zoals het was. Alles is nog pril nu en zoeken naar een nieuw evenwicht voor iedereen. Daarbij loopt veel zoals verwacht: een immens deel opluchting voor mij persoonlijk, maar een groot schuldgevoel ten opzichte van de kinderen want zij betalen de prijs: zij moeten nu pendelen tussen twee huizen, en altijd iemand missen. Zodat ze momenteel nog altijd van mening zijn dat ze toch de voorkeur gaven aan de vroegere situatie ...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Er waren eens twee poezenellen ...

14 juni

Leren zwijgen ...