Snertmoeder ...

Vroeger had ik 0,0 interesse voor kinderen. Babysitten, flesjes geven, luiers verversen … Brrr, niets voor mij! Baby’s, peuters en kleuters – ik vond het maar vreemde en zelfs angstwekkende wezens, dus liep ik er liever met een grote boog omheen. Ik had dan ook geen idee wat voor moeder ik zou worden – wat ik wel had, waren twijfels en schrik. Ik was ervan overtuigd dat ik een snertmoeder zou worden en dat mijn kind enkel (en terecht) oog zou hebben voor zijn/haar papa. Mijn liefste heeft namelijk nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij gek is op kinderen én heeft ook nog eens supertalent om met het kleine grut om te gaan.

Toen zoonlief werd geboren, bleek het gelukkig allemaal mee te vallen. Op één of andere manier slaagde ik erin om hem in leven en zelfs gelukkig te houden. Om iedereen, hem én mezelf op kop, te bewijzen dat ik toch geen snertmoeder was, probeerde ik zo goed mogelijk het hoofd te bieden aan 3 jaar gebroken nachten, 1 jaar sukkelen van de ene kinderinfectie in de andere en alle andere grote en kleine zorgen die kersvers moederschap met zich meebrengen.

Ondanks mijn onmiskenbare onkunde en kenmerkende ongeduld heeft hij me nooit het gevoel gegeven dat ik een miserabele moeder ben, zelfs niet dat ik maar op een tweede plaats - na zijn papa - kom. We delen die eerste plaats, voorlopig toch nog. Zoonlief maakte dan ook een storm van moedergevoelens in me wakker. Ik werd plots vertederd door elk kind, tot in het absurde. Ik zou zwangere vriendinnen bijna dagelijks hebben gestalkt als dat niet strafbaar was, en stond te zwijmelen bij elke baby en peuter die mijn pad kruiste. Zoonlief had een zondvloed aan emoties (en hormonen) in me losgemaakt …

Er was dus nog veel liefde en aandacht over voor een tweede telg en dat werd dochterlief. De parel op de kroon. Met haar is die lawine aan moedergeweld gelukkig bedaard. Mijn eigen kinderen worden nog steeds bedolven onder liefde maar de rest van de mensheid heeft er weinig tot geen last meer van.

Maar tegelijk ben ik mijn evenwicht wel kwijtgeraakt want nu die overweldigende moedergevoelens zijn weggeëbd, hoor ik plots andere innerlijke stemmen die snakken naar nieuwe horizonten en eenzame momenten. Tot pakweg een jaar geleden had ik me niet kunnen voorstellen dat ik iets zou doen zonder mijn kinderen, dat ik eens een exclusief moment wou voor mezelf (en mijn liefste), dat ik eens rustig op een terrasje zou willen zitten zonder om de haverklap te moeten wegsprinten naar de speeltuin om schrammen te zoenen, tranen te drogen, een handje te helpen bij klim- en klauterpartijen …

Plots is dat wel iets dat ik best zou willen: een ongestoord terrasje, een weekendje alleen (of met mijn lief erbij), een dik boek lezen van flap tot flap zonder tussenin billen te vegen, neuzen te snuiten, ruzies te bezweren, kinderverhalen te aanhoren, potjes te koken die niet eens in de smaak vallen … Kortom, de snertmoeder in mij is bezig aan een heuse revival.

Ik hoop dat deze fase vlug voorbij is en ik weer met evenveel toewijding, met hart en ziel, met ontroering en amusement, naar al hun kleine en grote verhalen luister, hen aanmoedig bij alles wat ze doen en weer genoeg voldoening vind in een bestaan als bevoorrechte ooggetuige van hun leven. Want ze verdienen zoveel beter en zoveel meer dan ik hen momenteel lijk te kunnen geven ...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Er waren eens twee poezenellen ...

14 juni

Leren zwijgen ...