Erfrecht in Kafkaland ...
Stel. Je hebt vier kinderen in de jaren '60 die elk aan het begin van hun eigen volwassen leven staan. Je wil hen als ouder graag allemaal een leuke start geven. Drie kinderen krijgen een stuk grond met een waarde van ongeveer 300 000 frank. Het vierde kind krijgt een geldbedrag van ongeveer 300 000 frank. Mooi en eerlijk geregeld, denk je dan. Iedereen content !
Mis poes.
Want als je zowat 40 jaar later overlijdt, blijkt het vierde kind helemaal niet zo tevreden met de regeling. En zoals het een Kafkaland betaamt, vindt het de wet achter zich. Want de wetgever schat de waarde van de geschonken grond niet op het moment van de schenking, maar op het ogenblik van overlijden van de langstlevende ouder. Het geldbedrag daarentegen blijft zijn oorspronkelijke waarde houden. Ongeacht wat je in tussentijd met de grond (bv. verkocht) of het geld (bv. grond gekocht of een huis gebouwd) hebt gedaan ...
Tel daarbij de huizenhoge wettelijke interesten gedurende die 40 jaar op de waarde van de grond (niet te vergelijken met de gewone interesten die we op onze spaarboekjes krijgen want het gaat over percentages tot 12 % op één jaar !). Kortom, de eindafrekening swingt de pan uit.
En dat ondervinden mijn moeder en twee van haar zussen momenteel aan den lijve want zij moeten ELK zowat 750 000 BEF (18 750 euro!) ophoesten voor mijn tante, het beruchte vierde kind. Mijn grootouders draaien zich om in hun graf ...
Note to self : zorgen dat er geen kruimel meer overblijft bij mijn overlijden zodat mijn kinderen geen vechterfenisstrijd hoeven te voeren. Of beter nog : hun gevoel voor rechtvaardigheid en eerlijkheid in die mate aanzwengelen en stimuleren dat geen haar op hun hoofd er zelfs maar aan denkt om een dergelijke strijd te beginnen. En mijn tante wens ik uiteraard een heel lang maar vooral vreselijk ongelukkig leven toe met de centen !
Laaiende zwaai,
Linneke
Mis poes.
Want als je zowat 40 jaar later overlijdt, blijkt het vierde kind helemaal niet zo tevreden met de regeling. En zoals het een Kafkaland betaamt, vindt het de wet achter zich. Want de wetgever schat de waarde van de geschonken grond niet op het moment van de schenking, maar op het ogenblik van overlijden van de langstlevende ouder. Het geldbedrag daarentegen blijft zijn oorspronkelijke waarde houden. Ongeacht wat je in tussentijd met de grond (bv. verkocht) of het geld (bv. grond gekocht of een huis gebouwd) hebt gedaan ...
Tel daarbij de huizenhoge wettelijke interesten gedurende die 40 jaar op de waarde van de grond (niet te vergelijken met de gewone interesten die we op onze spaarboekjes krijgen want het gaat over percentages tot 12 % op één jaar !). Kortom, de eindafrekening swingt de pan uit.
En dat ondervinden mijn moeder en twee van haar zussen momenteel aan den lijve want zij moeten ELK zowat 750 000 BEF (18 750 euro!) ophoesten voor mijn tante, het beruchte vierde kind. Mijn grootouders draaien zich om in hun graf ...
Note to self : zorgen dat er geen kruimel meer overblijft bij mijn overlijden zodat mijn kinderen geen vechterfenisstrijd hoeven te voeren. Of beter nog : hun gevoel voor rechtvaardigheid en eerlijkheid in die mate aanzwengelen en stimuleren dat geen haar op hun hoofd er zelfs maar aan denkt om een dergelijke strijd te beginnen. En mijn tante wens ik uiteraard een heel lang maar vooral vreselijk ongelukkig leven toe met de centen !
Laaiende zwaai,
Linneke
Reacties
ik hoop dat het eindelijk rust kan brengen voor jou, je zus, je ma en pa...
Groetjes,
je nichtje Krista.